Tips en trucs
zaaitips
- Zaai je gewassen in rijtjes. Dat ziet er misschien in het begin wat kinderachtig uit maar naderhand zal je hier veel gemak van hebben. Span hiervoor een pootlijn over het plantbed en maak hierlangs een ondiep geultje in de aarde. Strooi daar de zaden in en dek het weer af met aarde. Prik aan het begin en eind van het zaaigeultje een stokje in de grond. Het volgende zaaigeultje kan 30 cm verder op dezelfde manier gezaaid worden. Als je dit consequent doet groeien al je gewassen keurig in rijtjes. Alles dat er dan tussen de rijtjes groeit is onkruid en kan makkelijk gewied worden.
Zie ook zaaien
- Zaai héél dun! Realiseer je dat uit een zaadje een volwaardige plant groeit die ruimte nodig heeft. Staan de zaailingen te dicht op elkaar dan ontstaat er een moordende concurrentie om licht, water en voeding.
- Vermeng heel fijn zaad zoals dat van peen met een flinke hand droog zand. Zaai dit vervolgens met zand en al. Dit zorgt ervoor dat de zaden mooi dun en goed verspreid worden in de zaaigeul.
- Je kunt als de grond erg droog is het zaaigeultje voorzichtig met een gieter nat maken alvorens te zaaien. Doe dat nooit na het zaaien anders spoel je de zaden weer uit de grond.
zaaien vóór de langste dag
- Probeer de meeste gewassen voor de langste dag gezaaid te hebben. Na de langste dag neemt de groeikracht van planten meestal flink af en wordt de kans op doorschieten en gaan bloeien groter.
Houd het onkruid stevig onder de duim.
- De meeste oogsten mislukken niet vanwege droogte of koude maar vanwege het onkruid. Eigenlijk zijn onkruiden gewoon onze eigen inheemse wilde planten die vaak zo hard groeien dat ze al het water, voedsel en licht weghalen van de gewenste gewassen.
Meer over onkruiden

poot tip
- Plant pootuitjes minstens 5 cm onder de grond. Kraaiachtigen en met name kauwtjes lijken veel plezier te hebben in het uit de grond trekken van pootuitjes. Op deze manier vinden ze de verstopte uitjes niet en deze uitjes komen t.z.t. vanzelf weer boven de grond. Intussen zit de ui met zijn wortels verankerd in de grond.
Zie ook planten
hoog en laag
- Zet de hoge gewassen aan de noordzijde van je tuintje zodat ze niet het licht tegenhouden voor de lagere planten.
tuinbonen toppen
- Top de tuinboonplanten na 6 tot 8 trosjes bloemen. Dus gewoon het topje er uitknippen. Dit gaat je veel bladluizen schelen want die zitten vooral in de jongste scheuten van de bonenplant. Er komen zo ook meer dan voldoende tuinbonen aan de plant.
bescherm planten tegen vogels
- Zet een net over de vraatgevoelige gewassen zoals sla, andijvie, rucola, koolsoorten en jonge bonen en erwtenplanten. Vogels en met name duiven zijn gek op dit soort gewassen.
vogelkaart

water geven
- Geef niet te veel water! Zeker in Nederland hoeven planten die in de volle grond groeien maar zelden begoten te worden. Een uitzondering hierop zijn net aangeplante gewassen zoals jonge sla of andijvie plantjes in vierkante perskluitjes bijvoorbeeld. Deze kunnen de eerste twee weken een paar keer water krijgen. Geef zo vroeg of zo laat mogelijk op de dag water. Op deze manier verdampt het water niet zo snel. Zie ook watergeven
Meest gestelde vragen
Leuke links naar filmpjes en andere websites
Buurttuinieren