Onkruiden

Hieronder staan een aantal van de meest voorkomende onkruiden op onze tuinen. Behalve de Nederlandse naam wordt tussen haakjes ook de Latijnse naam genoemd. De Nederlandse naam zegt vaak iets over het gebruik of de eigenschappen van de plant, deze kan per streek verschillen. De Latijnse naam wordt gebruikt over de gehele wereld, dan weet iedereen welk plantje bedoeld wordt.
Bij elke plant wordt ook de familie genoemd waartoe ze behoren. Planten hebben niet zoals wij vaders en moeders en broertjes of zusjes. Ze kunnen wel een aantal eigenschappen gezamenlijk hebben en worden zo op familie gerangschikt.

Dit is maar een kleine greep uit vele (on)kruiden.

Tip

Goed boek over het herkennen van onkruiden Onkruiden herkennen van Henk Glas

Paarse Dovenetel (lamium purpureum)

Familie lipbloemen

Blad: Driehoekig in omtrek en golvend getand. De onderste bladeren hebben langere bladstelen dan de hogere blaadjes. Aan de top van de stengels zitten de blaadjes vrij dicht op elkaar
Stengel: De stengel van de paarse dovenetel is voelbaar vierkant (alleen doen als je zeker weet dat het een dovenetel is)) en de blaadjes zitten twee aan twee kruisgewijs tegenover elkaar.
Bloem: De bloemen zijn paars / roze gekleurd
Wortels: de plant heeft fijne worteltjes.

Zaden verspreiden zich door de wind. Zaadjes kunnen zowel in het voorjaar als in het najaar ontkiemen.

De bladvorm lijkt op die van de brandnetel maar veroorzaakt geen jeuk, vandaar de naam ‘doof’.
Bloemen bevatten veel nectar, vandaar ook de naam hommelbloem of zuigbloem.

Herderstasje (Capsella bursa-pastoris)

Koolfamilie

Blad: De kiemplant heeft aanvankelijk nog bijna gave bladeren.
In een wat later stadium krijgen de planten hun kenmerkende insnijdingen. Als je het blad van een herderstasje met een loep bestudeert, dan kun je haartjes zien, die in groepjes van drie op het blad staan in de vorm van een `mercedes-ster'.
Stengel: Het herderstasje vormt eerst een bladrozet op de grond. In de loop van het voorjaar schiet de plant door en vormt het bloeistengels.
Bloem: Boven aan de bloeistengels de knoppen, juist daaronder de bloempjes en daaronder de hauwtjes of zaaddoosjes. De zaaddoosjes van het herderstasje hebben een typische driehoekige vorm waaraan de plant zijn naam te danken heeft
Wortels: de plant heeft fijne worteltjes.

De zaaddoosjes springen open en verspreiden zo de zaden over de tuin.

Vroeg werd de plant gebruikt om zijn bloedstelpende eigenschappen. Als men bijvoorbeeld een bloedneus had, stopte men de blaadjes van de plant in de neus.

Hondsdraf (Glechoma hederacea)

Familie lipbloemen

Blad: De bladeren zijn bijna rond, gekarteld met een ingesneden voet.
Hondsdraf heeft liggende stengels, de bloemstengels richten zich meestal op.
Stengel: De bladeren zijn kruisgewijs twee aan twee tegenover elkaar aan de stengel geplaatst, maar doordat de stengel ligt, richten alle bladeren zich naar het licht.
Bloem: De bloemen zijn paars-blauw van kleur.
Wortels: de plant heeft fijne oppervlakkig wortelende wortels.

De plant vormt bovengrondse uitlopers en is dus een overblijvende plant.

De naam hondsdraf heeft niets te maken met honden maar is een verbastering van de oud-Duitse naam gundreba, Gund betekent wondvocht en reba betekent rank; dus een plant die helpt om wonden te genezen.

Kleine brandnetel (Urtica urens)

Brandnetelfamilie

Blad: De donkergroene, tegenoverstaande bladeren zijn eivormig en ingesneden van ¼ tot ½, de onderste bladstelen zijn langer dan het blad. Op de bovenkant van het blad groeien kleine haartjes.
Stengel: staande stengels, de plant kan 10 tot 40 cm. hoog worden.
Bloem: De bloemtrossen staan recht op en zijn even lang als de bladstelen. De bloemen zijn lichtgroen. Ze bloeien van mei tot oktober, meestal tot de vorst
Wortels: de wortels zijn fijn.

Zaden van de plant worden door de wind verspreidt. Deze zaden kunnen het hele jaar kiemen.

De kleine haartjes op de bovenkant van het blad noemen we brandharen.
Bij aanraking breekt de haar af en komt een mengsel van stoffen in de huid die de brandende en langdurig aanhoudende pijn veroorzaken. Ook ontstaan op de huid lichtere, jeukende bultjes, die netelblaren worden genoemd.

Knopkrud (Galinsoga parviflora)

Composietenfamilie

Blad: eivormige bladeren, gezaagde rand.
Stengel: De stengel is bovenaan donzig behaard.
Bloem: 5 bloempjes aan de top van een stengel, wit met geel hartje. Bloeit van mei tot oktober.
Wortels: fijn wortels.

De kleine bloempjes maken enorm veel zaadjes (wel 3500 per plantje), deze zaadjes zijn ook nog eens heel sterk en blijven lang kiemkrachtig. Knopkruid wordt op de tuin verspreidt door (vervuilde) compost.

Knopkruid kun je het best bestrijden door het niet op de composthoop te gooien maar apart af te voeren.
Knopkruid komt oorspronkelijk niet voor in Nederland, het is ingevoerd vanuit Zuid-Amerika.

Madeliefje (Bellis perennis)

Composietenfamilie

Blad: . De kleine lepel- tot spatelvormige bladeren staan in een rozet. De blaadjes zijn gekarteld tot gezaagd en grasgroen.
Stengel: madeliefjes worden 15 cm hoog. Zij hebben haartjes op het ronde stengeltje.
Bloem: Een geel hartje met daaromheen witte (soms roze) lancetvormige bloemblaadjes.
Wortels: de fijne draadvormige wortetls zitten stevig in de grond.

Het madeliefje is een overblijvend wortel- en zaadonkruid dat in het najaar kiemt. Meestal voorkomend in grasvelden en en verwaarloosde, veel betreden gazons

De naam Madeliefje komt van het oude woord voor weiland (made). Het bloemetje wordt vaak gebruikt om te kijken of er iemand verliefd op je is: afplukken van de witte bloemblaadjes en bij elk afgeplukt blaadje zeg je “hij houdt wel van me / hij houdt niet van me”. Het laatst overgebleven blaadje zegt dan of er wel of niet iemand verliefd op je is!

Melganzevoet (Chenopodium album)

Ganzenvoetfamilie

Blad: Kenmerken is de witachtige verkleuring vooral op de jonge bladeren, dat er uitziet alsof er poedersuiker op het blad is gestrooid. De jonge hartbladeren in de kop van de plant hebben vaak een rood-paarse verkleuring. De bladeren hebben de vorm van een afdruk van een ganzenvoet.
Stengel: ronde stengel met veel vertakkingen.
Bloem: Vanaf juni bloeit deze meldesoort. De plant kan tot een meter hoog worden en kan een grote hoeveelheid zaden voortbrengen. Bloemetjes zijn lichtgroen van kleur
Wortels: fijnvertakte worteltjes.

De zaden verspreiden zich door de wind op de tuin.

De jonge blaadjes van de plant kunnen gegeten worden als groente. Lijkt een beetje op spinazie.

Paardenbloem (Taraxacum vulgare)

Composietenfamilie

Blad: bladrozet met langwerpige meer of minder ingesneden grasgroene bladeren, meestal getand en een gevleugelde bladvoet.
Stengel: Holle bloemstengel waarin wit sap zit.
Bloem: gele bloemen , die zich later ontwikkelen tot de bekende “blaas”bloemen.
Wortels: diepwortelende penwortels.

De zeer lichte zaadjes worden door de wind over de tuin verspreid.

De paardenbloem heeft vele geneeskrachtige werkingen en werd vroeger veel gebruikt als dierenvoer.

Perzikkruid (Polygonum persicaria)

Duizendknoopfamilie

Blad: glanzende, eironde bladeren Vaak is op het blad een donkere, bruine verkleuring te zien.
Stengel: liggende en opstijgende stengels.
Bloem: De aarvormige bloeiwijze is vertakt met een rode stengel en dicht bezet met roze of witte bloemen. Ze bloeien van juni tot oktober
Wortels: fijnvertakte wortels.

Zaden worden door de wind op de tuin verspreid.

De plant dankt zijn naam aan de vorm van zijn blaadjes die lijken op de blaadjes van de perzikboom.

Varkensgras (Polygonum aviculare)

Duizendknoopfamilie

Blad: De bladeren zijn kortgesteeld eneivormig en zeer verschillend van vorm afhankelijk van de grondsoort.
Stengel: Het varkensgras is een 5 tot 100 cm brede, éénjarige plant met meestal liggende, vertakte stengels. De stengels zijn donker gestreept
Bloem: De bloemen zitten in groepjes van 2 tot 5 in de oksels van de bladeren. Ze zijn groenig, wit of roze van kleur. Ze bloeien van mei tot oktober.
Wortels: fijnvertakste stevige wortels.

De zaden van het varkensgras worden door de wind verspreid.

De zaden van deze plant worden graag gegeten door vogels. Ook in vogelvoer voor kooivogels zit dit zaad verwerkt.
De naam varkensgras geeft al aan dat het vroeger ook aan de varkens werd gevoerd.

Vogelmuur (Stellaria)

Anjerfamilie

Blad: eivormig in een punt uitlopend.
Muur of vogelmuur wordt tot maximaal 50 cm hoog en kan grote pollen vormen.
Stengel: De stengels zijn aan één zijde behaard.
Bloem: Muur heeft witte kleine bloempjes.
Wortels: muur maakt fijnvertakte wortels.

De zaden van muur worden door de wind verspreid en blijven lang kiemkrachtig.

Muur is een plantje wat je overal tegenkomt en makkelijk groeit. Het is een prima vogelvoer, zowel de zaden als de blaadjes. Vandaar natuurlijk ook de naam!

Grote weegbree (Plantago major)

Weegbreefamilie

Blad: De brede bladeren staan in een rozet aan en zijn onderaan hartvormig overgaand in een gevouwen bladsteel. De 5 tot 9 nerven lijken parallel te lopen.
Bloem: Grote bloemaar op stengel tot wel 30 cm. Uit de aar komen bruine tot witte meeldraden. De bloem geurt flauwtjes naar chocola.
Wortels: De plant maakt lange stevige wortels die moeilijk uit de grond zijn te trekken.

Deze plant is moeilijk uit de grond te krijgen en is winterhard. De zaden blijven makkelijk ergens aan plakken.

In Amerika noemen de indianen de plant “voetstappen van de bleekgezichten”.
De Europeanen hebben de plant namelijk (onopzettelijk) over de gehele wereld verspreidt. Sap uit de bladeren helpt tegen de jeuk van brandnetels.

Zevenblad (Aegopodium podagraria)

Familie schermbloemigen

Blad: De blaadjes zijn langwerpig tot eirond en getand. De bladsteel is driekantig en met merg gevuld.
Stengel: Zevenblad is een woekerende, grote (tot 1 m), overblijvende plant met holle, hoekige stengels.
Bloem: De bloemen staan in samengestelde schermen en zijn wit van kleur. De bloeitijd is van juni tot juli.
Wortels: De wortels van zevenblad zijn stevig en maken veel uitlopers. Op afgebroken wortelstokken groeien nieuwe planten.

Eenmaal op de tuin is zevenblad moeilijk te verwijderen, afgebroken wortels zorgen weer voor nieuwe planten.

De plant werd gebruikt als geneesmiddel tegen jicht. De jonge blaadjes kunnen gegeten worden als salade.






















Tot stand gekomen met medewerking van de Gemeente Den Haag.